Neerslag, aanslag of vervuiling, waar bestaat het uit?
Waarschijnlijk heeft u wel eens nagedacht wat voor een soort vervuiling u heeft. En komt u er niet uit, ook niet met een goede bril. Het vraagt een goede methode om te bepalen wat erin zit en die hebben wij.
Neerslag in de A of B-bak, aanslag langs de wand van een silo, verstopping in het watergeefsysteem of in het labyrint van de druppelaar, of kristallen aan de buitenkant van de steenwolmat. Of vervuiling op het gronddoek of beton waar potplanten op staan. Allemaal fijne soorten vervuiling die op het oog niet te herkennen zijn. Vaak is het ook een combinatie van organische en anorganische vervuiling. En het is voor u van belang om vast te stellen wat de aard van de vervuiling is omdat u daarmee naar een oorzaak en een oplossing kan zoeken.
We hebben een goede methode waarbij we microscopisch onderzoek combineren met een voorbehandeling en vervolgens de verhouding (%) en de soorten vervuiling vaststellen. Organisch materiaal kan zijn schimmeldraden, bacteriën, resten van organisch plantmateriaal, algen en wieren of zelfs aaltjes en watervlooien.
In het anorganisch deel worden de zouten en meststoffen bepaald en in de rapportage gerangschikt van de meeste tot de minst aanwezige. Zodoende weet u welke elementen er vooral inzitten.
Onderstaande linkse (schimmeldraden) en vorige linkse (labyrint druppelaar)
Dus verzamel wat vervuiling in een schoon potje of lever het materiaal zelf in voor onderzoek ‘’Vervuiling’’. Desgewenst kan een van onze experts u adviseren wat eraan te doen valt of ter plekke verder zoeken naar de oorzaak.
Contact
De belangrijkste chemische remstoffen op de vegetatieve groei in de potplantenteelt zijn propiconazool, paclobutrazool, daminozide, chloormequat en prohexadion-calcium (ook in fruitteelt). In gecombineerde bedrijven met sier- en groenteplanten weet men dat deze stoffen hardnekkig kunnen achter blijven in het systeem, water of betonvloer. Ze kunnen dus bij gecombineerde of volgende teelten onbedoeld voor schade zorgen. Houdt daar bij gebruik goed rekening mee en probeer waterstromen te scheiden.
De 5 belangrijkste plantenhormoongroepen zijn Auxine, Cytokinine, Etheen (ethyleen), Gibberelline en Abscisine. Voor de natuurlijke vorm van hormonen in de plant zijn helaas geen makkelijke analyse-methoden. De kunstmatig toegevoegde hormonen hebben vaak een hoge concentratie en zijn wel meetbaar. De meest bekende toepassing van kunstmatig auxine hormoon is het bewortelingspoeder IBA (Indool-3-Boterzuur). In meristeemcultuur worden voor scheurvorming ook hormonen gebruikt. In orchidee gebruikt men Benzyladenine, een kunstmatig cytokinine-hormoon om vertakkingen te bevorderen. Ook Forchlorfenuron en Thidiazuron zijn cytokinen die we kunnen bepalen, hoewel die in Nederland niet toegelaten zijn. De Gibberellinen A3, A4 en A7 worden ingezet in de fruitteelt om de vruchtzetting te verbeteren en de rui te verminderen. Realiseer u dat bij recirculatie van drainwater deze stoffen zouden kunnen ophopen in uw systeem.
De meest gebruikte kunstmatige planthormonen kunnen we reeds analyseren. Deze analyses worden gebruikt om grondstoffen te controleren of bij groei-schade de concentraties te bepalen in gewas. Of om restanten in (drain-)water te bepalen. Vraag naar de mogelijkheden.
Deze hormonen zijn vaak ook de effectieve werkzame stoffen in herbiciden (onkruidverdelgingsmiddelen). Bijvoorbeeld 2,4-D is een synthetisch auxine waardoor het groeipunt van 2-zaadlobbigen totaal verstoord wordt en afsterft.
Voor meer informatie bij schade aan gewas of onderzoek van grondstoffen kunt u contact opnemen met Ines van Marrewijk.
Contact
Groen Agro Control laboratorium is de partner in de tuinbouw voor toeleveranciers, plantenkwekers, telers en hun afzetketens. Onze werkzaamheden richten zich op fysische, chemische en microbiologische analyses om kwaliteit en gezondheid van gewas en eindproducten te controleren in de teelt, handel en verwerkende industrie.
Hier vind u de volledige Brochure Tuinbouw
Wanneer we meer weten over het monster is het resultaat voor u ook beter. Geef uw monster de juiste omschrijving mee en niet alleen een code. In de analyserapporten die wij versturen is bij omschrijving het soort product/monster beschreven. Zodoende weten we altijd met welk type monster we te maken hebben.
We krijgen bijvoorbeeld een grondsoort binnen met de omschrijving ‘CVQ Caleti 98’. Daarmee weten we niet of het grond van volle grond, potgrond, kokos of compost of iets dergelijks is. Of we ontvangen ‘water’ maar het blijkt een spuitvloeistof met hoge concentraties gewasbeschermingsmiddel te zijn waardoor onze apparatuur ernstig verstoord wordt. Of we ontvangen ‘tappunt produktiehal’ en dan kan het van alles zijn, drinkwater, regenwater, slootwater of bier? Voor ons erg belangrijk om te weten alvorens we microbiologische analyses inzetten. De mate van de te verwachte infectiedruk bepaalt welke methode we moeten gebruiken.
Voor het analyseresultaat is het dus belangrijk. We doen ons best om het monster visueel de juiste omschrijving mee te geven maar soms zitten we er naast. Dus geef uw monster een duidelijke omschrijving mee wat het is. Dus niet blad maar tomatenblad, en niet water maar regenwater, en niet grond maar potgrond etc. Alvast bedankt voor de moeite 😊 !.
Voor elk soort water hebben we geschikte pakketten. Vraag dus vooraf wat uw doel is zodat ons lab de juiste analyses kan inzetten. Neem ook notie van de informatie over monstermateriaal en hoeveelheid monster dat nodig is.
Hier leest u alles over materialen voor monsternameGroen Agro Control staat garant voor betrouwbare analyses en een goede service. Wij staan open voor verbeterpunten en vragen, en komen daarom graag met u in contact.
Contact